Portret van een man met een grijze baard. De man draagt een donkere hoed en kijkt de beschouwer aan. De man is de letterkundige en graveur Dirck Volckertsz Coornhert.

Dirck Volckertszoon Coornhert (1522-1590) trouwde op 17-jarige leeftijd, tegen de wil van zijn ouders, met de twaalf jaar oudere Cornelia Simonsdr. Zijn ouders onterfden hem. Om in zijn levensonderhoud te voorzien werd hij kastelein op kasteel Batestein in Vianen. Hij kwam aan die functie door zijn echtgenote, wier zus de maitresse van Reinoud III van Brederode was.

Literatuur

In de goed voorziene bibliotheek van het kasteel trof de jonge kastelein klassieke en eigentijdse literatuur, onder meer van Luther en Calvijn. Deze boeken zouden cruciaal in zijn vorming als filosoof en schrijver zijn. Later zou hij ook het Latijn goed machtig worden en vertalingen maken van klassieke teksten. Na een paar jaar verhuisde Coornhert naar Haarlem, maar hij bleef contact houden met de Brederodes. Hij stond ook in nauw contact met Willem van Oranje, en werd in de vroege jaren van de opstand gevangen gezet.

Kunstenaar

Naast denker was Coornhert ook een begenadigd graveur. Hij was een van de vaste prentmakers voor Maarten van Heemskerck, die als een van de eerste kunstenaars naar Rome was gegaan. De graveurs Cornelis Cort en Hendrick Goltzius waren leerlingen van hem.

kopie naar Cornelis Cornelisz. van Haarlem, Dirck Volkertsz Coornhert, 1572–1600, olieverf op paneel, 42,7 × 32,6 cm, langdurig bruikleen Rijksmuseum Amsterdam